Door iemands lichamelijke en/of geestelijke toestand of door het hebben van schulden kan een meerjarige problemen hebben met het zelfstandig beheren van zijn of haar financiën en het voeren van de financiële administratie. Hij of zij kan hierdoor niet zijn eigen financiële zaken behartigen. Dit kan dusdanige vormen aannemen dat de meerderjarige zelf, zijn/haar partner of andere naaste familieleden besluit om beschermingsbewind aan te vragen. Deze aanvraag wordt ingediend bij de kantonrechter.
Met het uitspreken van een beschermingsbewind stelt de kantonrechter een bewindvoerder aan die de financiën gaat beheren van de meerderjarige. De meerderjarige kan dus niet meer zelfstandig daarover beslissen. Belangrijk hierbij is dat alleen het geld en de goederen onder bewind worden gesteld; dus zeker niet de meerderjarige zelf. De meerderjarige blijft ook gewoon verantwoordelijk voor zijn eigen handelen. Het bewind kan van tijdelijke aard of voor onbepaalde tijd zijn.
De meerderjarige kan de kantonrechter vragen de bewindvoering in handen te leggen van een familielid. Vaak is het echter wenselijk om dit bij een onafhankelijke, professionele bewindvoerder onder te brengen. De relatie met familieleden kan zo niet verstoord raken bij eventuele onenigheid over het bewind.
Als u meer wilt weten over de werkzaamheden van de bewindvoerder, klikt u dan hier.